Personenbelasting
Belastbare grondslag a. Onroerende inkomsten (bvb. bepaalde huurinkomsten, of zgn. “kadastrale inkomsten” van onroerende goederen). De onroerende inkomsten kunnen verminderd worden met de intrestlasten van financieringen die werden aangegaan om onroerende goederen aan te kopen. Het kadastraal inkomen van de woning waarin de belastingplichtige met z’n gezin verblijft, wordt in bijna alle gevallen eveneens vrijgesteld van belastingen. Voor de leningen afgesloten vóór 1 januari 2005 en voor herfinancieringen afgesloten na 1 januari 2005 geldt nog de oude regeling (aftrek ten belope van kadastraal inkomen). Voor verbouwingsleningen, waarvoor nog een oude lening loopt en er worden nog intresten afgetrokken, is er een optieregeling. Voor deze leningen kan een keuze gemaakt worden tussen het nieuwe en het oude systeem. De keuze moet in Aj 2006 gemaakt worden en is geldig voor de rest van de duurtijd van de lening. b. Roerende inkomsten (hoewel deze in een groot aantal gevallen vrijgesteld zijn) c. Bedrijfsinkomsten (inkomsten uit een beroepsactiviteit). Voor werknemers (arbeiders of bedienden) is het vrij eenvoudig om het inkomen te kennen waarop ze belast zullen worden: na afloop van een kalenderjaar ontvangen ze van hun werkgever een fiche waarop af te lezen valt welk het belastbaar inkomen is, en welk bedrag aan voorheffingen (= voorschot op de verschuldigde belastingen) ingehouden werd. Bij het berekenen van de verschuldigde belastingen zal de belastingsadministratie automatisch een forfaitaire aftrek van kosten berekenen. Indien je echter meer uitgaven deed dan dit forfaitaire bedrag, mag je de kosten die je maakte om je inkomen te verkrijgen zelf bewijzen (bvb. autokosten, studiekosten, gebruik van een bureau, computer, enz.). Vergeet vooral niet alle nodige bewijsstukken daartoe te verzamelen. Deze kunnen steeds opgevraagd worden. Voor zelfstandigen is dat niet zo eenvoudig. Het netto-inkomen van een zelfstandige wordt bepaald door het verschil te maken van de bruto-inkomsten (omzet, verkopen) enerzijds en de aftrekbare uitgaven anderzijds. Hiertoe wordt aan de hand van de gegevens die in de boekhouding werden ingevoerd een “resultatenrekening” opgesteld, waarbij volgens een bepaalde voorstelling de kosten in verschillende rubrieken ingedeeld worden. Een overzicht van de aftrekbare uitgaven vindt u verder. d. Diverse inkomsten (inkomsten uit toevallige of occasionele prestaties, meerwaarden, ontvangen onderhoudsuitkeringen, enz.). Van deze vier categorieën van inkomsten zijn verschillende uitgaven aftrekbaar: – betaalde onderhoudsuitkeringen (a rato van 80%); Tarieven Eens het totale belastbare inkomen bepaald, worden deze verminderd met een belastingvrije som. Dit bedrag is 6.430,00 € voor elke echtgenoot en 7.800,00 € (6.430 € + 1.370 €) voor een alleenstaande. Voor kinderen ten laste wordt dit bedrag verhoogd met 1.370,00 € voor één kind, 3.520,00 € voor twee kinderen, 7.880,00 € voor drie, enz. Deze belastingvrije som wordt afgetrokken van de laagste schijven van het belastbaar inkomen. Tenslotte worden daarop volgende tarieven (inkomsten van het jaar 2010 = aanslagjaar 2011) toegepast: |
||||||||||
|
||||||||||
Bovenop de verschuldigde personenbelasting wordt de gemeentebelasting berekend.Belastingvrije inkomsten Niet alle bedragen die men ontvangt, worden aan belastingen onderworpen. Volgende inkomsten zijn vrij van belastingen (niet-limitatieve opsomming): – van de werkgever ontvangen sociale voordelen (bvb geboortegeschenk); – wettelijke kinderbijslagen, kraamgeld; – studiebeurzen; – de door de werkgever terugbetaalde kosten (zgn. kosten eigen aan de werkgever); – ontvangen schadevergoedingen; – prijzen uit publiciteitswedstrijden of uit spelen; – winsten behaald met weddenschappen op paardenkoersen, casinospelen, de Nationale lotterij, Lotto, enz.; – baten uit occasionele beursverrichtingen; – meerwaarde gerealiseerd bij de verkoop van het eigen woonhuis. |